Of het word of wordt is, hangt af van de andere woorden in de zin. Bij een zin met hij , zij, men, het of een zelfstandig naamwoord is wordt altijd met een t. Vervoeging: ik word , jij wordt , u wordt , hij wordt , wij worden bij inversie: word ik, wat wordt je broer, wordt u, wordt hij bij inversie met je. Een woord eindigt dus op dt als de ik-vorm op een d eindigt en de . Je is in deze zin geen . Wat is juist: ik word of ik wordt , en word ik of wordt ik? In bovenstaande zin is je . Vergelijk: de vrouw, zij.
Let op bij het schrijven van de persoonsvormen tt van werkwoorden met d. Tegenwoordig wordt de gebiedende wijs enkelvoud (zonder -t) ook gebruikt. Hij komt alleen nog voor in enkele vaste verbindingen, zoals bezint eer ge begint. Nochtans is hij de logica zelve, vinden de dt-kenners onder ons. Maar in hij begeleid is er toch een dt-fout gemaakt. Ezelsbruggetje: om te weten wanneer iets met dt wordt.
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt). Voeg niets toe: word jij, vind jij. Voeg een t toe: u wandelt, hij fietst, zij wordt , het bestuur vindt.
Tip: Vervang het werkwoord in een zin eens door . This video is unavailable. Jij loopt, jij gebeurt, jij wordt , jij vindt. Maar: Loop jij, gebeur jij, word jij, vind jij.
Kijk nog maar eens naar de zinnen hierboven: pakt wordt pakte en probeert wordt probeerde. Als jij achter het werkwoord staat, komt er geen -t. Dat geldt ook voor je als dat vervangen kan worden . Een ik-vorm die eindigt op dt bestaat niet! Bij jij wordt de t dus wél weggelaten in vraagzinnen. Dat gebeurt vooral als er woorden tussen onderwerp en persoonsvorm staan, . De d of t, wanneer gebruik je nou welke uitgang voor je werkwoord?
Is het hij wordt of hij word , ik word of ik wordt ? In steeds meer artikelen en . Ik loop heeft dezelfde vervoeging als ik word , jij loopt vervoegt gelijk aan jij wordt en daar zit heel duidelijk een t bij, hij loopt is dan weer gelijk . Mijn opa wordt jaar. Voorbeelden: ik onderneem, ik word , ik verbrand. Hij hoopte dat je niet naar de film ging.
Hij loop niet van bloemen (klinkt niet). Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat er wordt gedaan. Je zegt ik loop, hij loopt, wij lopen, hij heeft gelopen. De stam van worden is word.
Opgelet: wordt je vader met dt want je zegt ook: zingt je vader dus = dt. Word je morgen jaar? En dan nog wat: dit geldt niet in de verleden tijd. In de verleden tijd krijgt niks een t. Dus schrijf alsjeblieft . Hij stelde vele regels voor, maar enkel de dt-regel bleef hangen.
Want God kan door het kwade niet verzocht worden en Hijzelf brengt ook . Hij wil zijn naam zuiveren. Alleen, als hij binnenkomt en hij kijkt me aan, dan word ik meteen rood. Ik word op straat nageroepen als terrorist.
Het is nog niet de liefde van je leven, dat wordt hij pas als hij jou ook . Vb ik tos, hij tost (tossen), ik volleybal, hij volleybalt maar ik. Als het Engelse werkwoord een (o) heeft die lang wordt uitgesproken en op .
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.